De zomer is zo hevig dat binnenshuis met de gordijnen dicht de zonnebril nog op moet. De katten ben ik kwijt. Boven, in de warmste kamer, vind ik ze terug. Ze hebben de kledingkast gekraakt, een dikke wintertrui uitgezocht, alleen maar omdat we geen sauna voor ze hebben.
Later die middag worden onze wespen onder de dakgoot de das omgedraaid. Ik vind het heel verschrikkelijk, maar laat het toch doorgaan. De sterkste wint. Er is bij mij een groot verschil tussen hoe ik wil zijn en hoe ik ben. Daarbij zou ik willen dat wespen anders weggeleid kunnen worden, met een fluitje, een deuntje. Een wespenherder, en dat daar dan een ROC voor is, om op te leiden.
Om het te vergeten gaan we op stap. De warme camper in, en iedereen mee. Er is een mooie camping aan de rivier, met meditatieve wandelingen, spirituele gesprekken, windgongen en al.
Het is er prachtig, coulissen, bomen, sfeer.
Bij aankomst merk ik dat ik de GPS-jes voor de katten niet vast gespen kan, het tussenstuk vergeten. Geeft niet, ducttape. Naast onze camper bloeit een heel groot maisveld. Dat kennen ze nog van vroeger, en hupsakee, weg zijn ze. Ik maak me eens een keer geen zorgen, vertrouw het wel, en volg de GPS niet. Dat kan ook niet, zien we even later, Lucius is zijn zendertje kwijt, al wat rest is ducttape om zijn halsband.
Geeft ook niks, we kunnen die zender immers traceren. Til springt hop het maisveld in, weer eens wat anders dan de sudoku. Na een half uur komt ze chagrijnig en empty – handed terug. Eerst maar eten. En dan gaan we samen. Katjes zien we al lang niet meer, maar onze zorgen liggen nu bij het kwijtgeraakte apparaatje. De wegen van het maisveld staan zo precies niet op Google maps. We raken eigenlijk steeds verder van de aangegeven doellocatie weg. Dieper het maisveld in. Bozer, een “geef mij ‘m! Nee laat mij ’t doen!?!”-sfeer.
Het wordt steeds donkerder, dichter, om ons heen. We worden wat benauwd, willen eruit, rennen. Twee uur hebben we het maïs doorkruist; we moeten een nieuw zendertje kopen. Tarquinius en de windgongen helpen ons naar de uitgang. Lucius wacht ons meelevend op in de camper.
😴
Je verwoordt het altijd zo mooi. Tikje verheven. “Er is bij mij een groot verschil tussen hoe ik wil zijn en hoe ik ben.”
En volgens mij begrijp ik het ook nog 😀
LikeGeliked door 1 persoon
Pingback: 99. Picture it. | wellaway