282. Hoe het zit

Er zit al een tijdje een piep in mijn oor, ik denk zo vanaf mijn vierde. Laat ik er maar eens naar luisteren en een arts raadplegen. Nog zes wachtenden aan de telefoon van de kno-receptioniste; ik zet ‘m effe op de luidspreker en ga de afwas doen. Als ik aan het stofzuigen ben, neemt ze op: “Goedemorgen.” “Goedemorgen, kunt u mij horen!” roep ik hard vanwege de luisprekerstand en de stofzuiger die ik zo snel niet uit krijg. “Ik ú wel hoor,” klinkt het ietwat kregelig. “U belt zeker voor slechthorendheid” zegt ze. Hoewel we allebei dus niet doof zijn, praten we lekker langs elkaar heen. Dat doet niets af aan het gesprek en levert nog een afspraak voor een gehoortest op ook.

Als ik bijkom op de bank begin ik ook aan mijn ógen te twijfelen. De koelkast is roze:

“Ja, “zegt Til: “je kunt een knop indrukken, dan verandert hij met de buitentemperatuur mee!” Maar Til zit er zo bij, in klederdracht:

Niets is meer wat het lijkt, zelfs mijn vrouw heeft haar serieuze kant achter zich gelaten. Ondertussen is ook mijn contract veranderd. Van 12 uur naar 24, maar daar heb ik tenminste zelf duidelijk om gevraagd, omdat het zo ontzettend leuk is. Samen met Tillie’s rooster en schooltijden kunnen we dan tijd genoeg vrij maken om altijd voor een pleegkind thuis te zijn. En die situatie is nog wel hetzelfde: stilte, zomervakantie.

2 gedachtes over “282. Hoe het zit

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s