We zijn heus wel even thuis geweest. Heerlijk een paar uurtjes en dan kriebelt het al weer. Eerst nog naar April en Janus. Als ik op de boerderij kom waar zij wonen, loop ik om te beginnen door een lange stal met lege paardenboxen (alles dartelt, graast of slaapt in de omliggende weilanden). Er is altijd iemand, goeiemorgen, een grapje. Als ik vervolgens de stal aan de achterkant verlaat, door de hoge houten schuifdeur, schijnt de zon, elke dag weer. Nog in de deuropening warm ik op, voel me in Frankrijk, zoiets, en zie de grasvelden in het bos liggen, met daarin vertrouwde paarden. Gelukkig als ik die van mij zie, ze staan het vaakst vooraan, aan tafel. Dat laatste zit nu eenmaal in de familie. En daarna nog even uitbuiken.
Ik zou ze wel mee willen nemen, nu we weer in de camper stappen. Maar dat is egoïstisch, want Tillie is er helemaal niet zo voor. En de paarden zelf zijn dus al in Frankrijk, krijgen heimwee bij één stap weg van de boerderij. Ze hebben het al op hun allerbest.
Dus gaan we gewoon weer met ons vijfen op reis. We komen uit bij mijn zus, zwager en nicht. De laatste is nog aan het recoveren van haar ziekenhuis-opname. Maar gelijk heeft ze vandaag al geprobeerd de winkelketen Hudson Bay te redden, door twee make-upjes te kopen van haar verjaardagsgeld. Ter waarde van een buitenlandse camperreis. Ze is bewonderenswaardig goed met make-up. Maar nu zit ze make-up-loos (en net zo prachtig hoor) te chillen op de bank, met in haar hand een zak….. ijsbergsla!… Zo kan je dus ook snacken, en dat zit eveneens in de familie, gelukkig!!