98. Daar gaan we weer.

In de regen zijn we teruggekeerd. Onze camperplek van vorige keer, bij de verloren GPS-zender, is bezet. We vinden een heel mooi plekje aan de Berkel, aan de andere kant van de camping. Nu moeten we om de camper van de nieuwe mensen gaan scharrelen, op zoek.

Maar er zijn dringender zaken: Tillie duikt terstond het riviertje in:

Lucius wringt de bus, en het zicht uit, zenderloos, op ontdekkingsreis. Tarquinius, met zijn goede manieren, gaat zich keurig aan de buurman voorstellen:

Ze kijken elkaar gelijk al lang en diep in de ogen. Wat een klik, we kunnen ze samen wel een eigen campertje cadeau doen.

Het loopt anders. Tillie zwemt een andere provincie in, zolang is ze weg. Lucius, getooid met een spinnenweb op zijn hoofd, wil de buurcamper in. En Tarquinius “stares” zijn lieve hondje “down”. Daarbij is onze achterbuurman geïrriteerd of boos of eigenlijk razend op zijn kinderen. Ik denk dat een toekijkend katje de boel daar niet pacificeren gaat. Als Tillie weer aan wal geklommen is, leg ik ze daarom allemaal aan de lijn. Dat voelt lekker rustig. De zon komt ook weer terug en de buurman zingt “klap eens op je bolletje”. En het zendertje, dat vergeten we tot vanavond.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s