22. Wat wolkjes

De dag van de mountainbikes! Eerst vergeet ik dat ze komen. Dan komen ze niet. Even mijn mail herlezen: ik heb ze een maand later besteld. En dat geeft helemaal niks, komt goed uit. Want nu ik het eiland hier en daar bekeken heb, besef ik dat fietsen onmogelijk is. Opgelost. Maar ik heb de fietsenboer al gemaild, waar hij blijft. Nou no problem, komt ie toch een maandje eerder.

De mountainbikes zijn veranderd in citybikes. In dit bergdorpje geen city te zien. Maar het is goed, het oogt wat veiliger. “Deze weg niet vervolgen”, waarschuwt de fietsenboer, “een helling van 23 %, naar beneden, in een bocht”. Okidoki. Die kant van het eiland doet toch al niet meer mee, alleen ’s nachts, als ik er vooroverslaand aftuimel. Het dorp heeft nog een uitgang, downhill, bochtig, afgronden. “Ik voel iets in mijn rug”, zegt Til, “misschien door het bed”. Dat is goed nieuws.

Fietsen op slot, tassen pakken, autosleutel mee: we gaan naar het strand. Aan de andere kant van het eiland. In de verte zien we wolken hangen, maar de zon staat hoog. We rijden een dorpje binnen, waar we zo verwelkomd worden:

We stappen uit, en op de stoep nog trekken we iets warms aan. De zon is er mee gestopt. Zo lopen we het dorp in. Te koud om te zwemmen, gaan we koffie drinken. Op het terras worden we vanuit de verte gefotografeerd, misschien kickt hij op kleding. We gaan op pad, wandelen dan maar, langs de kust.

Wanneer we het dorp uitrijden, schijnt de zon ons tegemoet, en thuisgekomen onze hospita. “Wat leuk, lieve gekke Hollanders, fietsen!” We mogen ze alleen gebruiken daar waar het plat is, en zij brengt en haalt ons.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s