Aan het eind van een camperdag ben ik blij dat ik de deur dichtschuiven kan, bekaf.

De katten eindelijk binnen, als voldane kinderen na een dag aan zee vallen ze in slaap. Ik hoef niet meer op te letten: of ze een weg over steken, een camper in duiken, bij de buren meetafelen. Ik lees met één oog een boek; het andere rust op mijn telefoon waar ik de katten, die nu uit zicht zijn, volg op Maps. Poeh poeh, mijn vakantie begint ’s avonds laat pas echt. Til en ik zeggen elkaar dat dit nog niks is. Straks komen daar minstens mens-erger-je-nieten, naar de speeltuin gaan en voetballen nog bij.
Nu ben ik blij met onze volgende camperplek. Nadat we thuis gedoucht hebben en de paarden ook netjes gekamd zijn, rijden we niet ver meer, naar deze plek:

Het is nog vroeg, maar mijn rust begint al want we houden de jongens binnen. De camperrij dikt allengs aan tot een veelvoud van wat op de foto te zien is. En het zou een avondje aanbellen worden bij al die camperaars, op zoek naar Tarqui en Luus, als ze vrij rond mochten lopen. Dat aanbellen doen we morgen wel weer, dan hebben we een plek alleen op het oog.

Mijn ogen schieten in een kramp van dat volkswagenbusje!
LikeGeliked door 1 persoon