Ons nieuwe huis hebben we zo rustig mogelijk gehouden, ala Marie. Kondo weet je wel, zij propageert het weggooien:
Want het is een beetje van “rust in je huis is rust in je kop”. En dat heb ik nodig. Als ik snel naar huis moet bijvoorbeeld omdat ik daar een afspraak heb, en niet op de snelweg durf, maar toch ga, want ik heb haast. Knap hè. Die snelweg is inderhaast de verkeerde, en ik moet in een omweg, op een andere zien te komen. Ik voel me een snelle bal in een volle flipperkast. En daarom heb ik rust nodig, een leeg huis. Ook een lege neus trouwens. Dus onderweg koop ik nog snel een flesje van die zout-oplossing, tegen mijn verkoudheid. Bij de drogist bestel ik er één. “Wilt u uitleg over deze medicatie?” vraagt het meisje. En omdat ik altijd bang ben voor verslavingen, zeker in deze spannende tijden, zeg ik ja. “O, maar ik weet het antwoord verder niet, zegt het meisje, ik vraag het alleen maar.” Ik heb geen tijd om het uit te diepen, ik heb die afspraak.
Gelukkig wordt het kerst, even bijkomen. En dat lukt ook. Eerste kerstdag lopen we chillend in een t-shirt naar de supermarkt. De jas hebben we voor de vorm mee, over de schouder. Warme zon, relaxed. Zo tropisch gaat de kerst tegenwoordig. Verder was het wel ouderwets hoor. Familie, diner, spelletjes, gekissebis.
Op de nieuwe bank, weer thuis, uitbuikend, betrapt Tillie mij alweer op funda. Ze schrikt er niet meer van. Maar zegt: “Even wachten nog met je plannen, eerst de camper inladen.” Want volgende week vertrekken we weer voor zes weken naar het zuiden. Niet voor de warmte dus, maar gewoon, een beetje de sleur breken. Gaan jullie mee?