226. Haphap

Als ik van mezelf eindelijk weer mag, en een ijsje halen ga, is het warm. Ik zeg tegen Til: “We doen net alsof we in Portugal wonen.” Daar slow-motionen ze in de zomer de avenida’s over. En zo dralend heb ik het gevoel dat we toch een beetje dáár wonen, mijn wens al iets in vervulling.

Als we de ijssalon in het vizier krijgen, wil Til eerst nog even langs een waterpomp, 10 meter verderop. Maar dat kan ik echt niet, hoe komt ze erbij! Ik heb haast; het kan mij nu niet snel genoeg gaan, grote stappen. Al snel zal ik mijn shot krijgen. De jongen van de ijssalon is tergend langzaam. Thank You God dat er niemand vóór me is, dat had ik niet getrokken. Niets meer over van het mellow. Ja meloen, en citroen.

Verslaafd, heel serieus, blijkt uit dit voorbeeld. Dat gaat er zomaar niet uit, mijn nieuwe levensstijl voor altijd, lijkt somber, saai, karig. Tijdens het ijsje kom ik weer tot rust. Maar in volgende dagen komt de onrust en het “moeten hebben” terug. Ik neem iets, als ik op visite ben. Maar los ga ik niet, al wordt er bij mij van binnen geschreeuwd om zoet en vet. Daarom ben ik in kookboeken gedoken, zodat ik iets vervullenders kan bereiden dan rauwe paprika voor in mijn lunchbox. Iets bevredigends.

Morgen geeft mijn vader een bbq met taart! En op zo’n mooie dag doe ik, een beetje, mee. Benieuwd hoe ik daarna onze camper in rol, want we gaan weer, en dat maakt mij gelukkig ook nog gelukkig.

Uitbuiken

Een gedachte over “226. Haphap

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s