171. Busje komt zo

De bus die komt maar niet. Er is altijd wel een slangetje dat nog vervangen moet, een onverwachte vrije dag of een te laat geleverd onderdeel dat voor het uitstel zorgt. Ook het vanmiddag geplande welkom-thuis-feest is al afgelast, feestmutsen terug de kast in. Een lat relatie zonder t, dat houdt de boel wel heel lekker fris.

En in de kou is er een zonnetje, als de hoefsmid bij onze paarden komt. We zien elkaar elke paar maanden; een lat-relatie met een kleine t. Net klein genoeg om elke keer hetzelfde gesprek te kunnen voeren, vreugdevol, fris, als nieuw. Het gaat ongeveer zo: “De hoeven zien er prachtig uit”, begin ik. “Ja” zegt de hoefverzorger, “komt, ze eten bijna geen gras, dus krijgen ze weinig suiker binnen en dat is voor alles goed, en heel mooi voor de hoeven.” Ja hè, maar het is zo lekker hè”, zeg ik. En dan gaan we los, het maakt niet eens uit welke zin wie zegt: “Suiker in de koffie, afkicken duurt lang, voel me beter zonder, meer groente, minder vlees, eerst dronk ik nog een liter melk per dag. Ken je die docu superzise me, cowspiracy. Ja mooi hè.”

We danken God nog even, en sluiten deze AA – meeting af. De paarden krijgen hun beloningsbrokje, grasloos, graanloos. En mijn hersenen, door al het ongezonde in combinatie met mijn dementie-genen, al tot vergeetachtigheid verkleefd, beginnen over een week of zeven weer fruitig aan hetzelfde gesprek.

Morgen! dan zal het campertje terugkeren, wordt gezegd. We zijn juist zeven weken terug uit Portugal, het paradijs dat ik me vaag herinner. Precies op tijd om er weer met open blik terug te keren.

Toch Til?!

4 gedachtes over “171. Busje komt zo

Plaats een reactie