214. Help

Het begon die morgen feeëriek. Ná een overnachting alleen in een bos (ja, dat durf ik tegenwoordig ook al).

We waren ondertussen afgezakt tot beneden Hamburg, alwaar de 20-graden-grens ruim gehaald werd. In dat bos sliepen we naast een natuurzwembassinnetje.

De late avond, nacht en vroege ochtend was het voor ons alleen. Na een heel vroege duik in de stille ochtend vertrokken we.

Niet te ver naar het westen bereikten we een ander bos, met hei. Het begon zacht te regenen. Misschien kwam het door die nattigheid dat er zo’n immense rust heerste. Hier haalde niemand een frisse neus.

Behalve Tillie. Ze ging op verkenning en appte al snel dat ze een 10 km paaltjesroute op het spoor was. Daar had ik dus geen kind meer aan. Na de ergste regendruppels gooide ik de drie jongens er ook uit. Voor de Duitse muis desastreus. En voor de jongens gewoon saai.

Na een uur met koffie, lezen en teken afschudden, kwam er toch een autootje parkeren. Een grote Duitse man en een reuze-poedel stapten uit, stonden oog in oog met Tarquinius. “Ja, ik habe zwei Kätze,” zei ik. ‘Dieser und ein Schwarz-weisser, sehr gross.” En ik wijs zo’n beetje een meter bij een meter aan. Om indruk te maken, ik ben toch alleen hè. De man loopt verder. En ik denk waar is die Schwarz-weisser eigenlijk?

Daar hebben we de app voor. Ja, onder de camper, zegt zijn gps! Ik buk me, maar dan verspringt zijn locatie op het schermpje. Naar een wijk aan de rand van een dorp. Hè, wat doet hij daar nu toch! Ik gooi Ricky en Tarquinius de camper in, en hol die richting uit. Veel te ver, houd ik niet vol. Na een tijdje onderweg, verspringt zijn locatie weer. Hij is nu in mijn buurt, terug in het bos. Ik dring het struikgewas in. Tot ik bij een schutting kom, met een landhuis erachter. Ik roep ‘m, en hij jammert zo’n beetje terug. Hij zoekt en wringt zich eronderdoor, in mijn armen weer naar huis.

Op de gps-app kan ik zien dat hij een vakantie-trip heeft gemaakt. Met de auto de stad in is gegaan, de slome muizen beu, en weer terug gelift is. Ik heb geen tijd om opgelucht te zijn, Tillie appt me nu: “Ik ben verdwaald.” En voor haar heb ik nu net geen gps, het abonnement te duur. Er is geen tijd voor nog een zoek-actie want in de camper vindt op hetzelfde moment een invasie plaats.

Op de dieren en ook op mezelf. Alsof er zout op friet geschud wordt, of roos op schouders valt. Zo dwarrelen er teken rond. Op mijn armen, benen, broek en noem maar op. De campervloer, de dierenlijven, waar ik maar kijk, bezaaid Ik verdrink de teken, verstop ze in het bos, vul een koffie-filter, vis ze uit haren; het zijn er teveel.

Als Tille, ook met teek, toch nog opduikt, eis ik een camperplaats in de stad. En daar ontsmetten we onze camper, de dieren en onszelf, al blijven de teken aanzwellen, tot ze kabbelen. Twee uur later zitten we op een terrasje in de stad, alles toch onder controle:

En een glaasje anti-biotica aan de lippen.

Hoe doen júllie dat toch, het back-to- nature gebeuren?

4 gedachtes over “214. Help

  1. Zou het die anderen echt lukken? Of ben jij gewoon de enige die eerlijk is? Waardoor ik in elk geval denk: o gelukkig, zij ook 😂.

    En op een terras in de zon zit je ook hartstikke in the nature te zijn. De lucht, de zonnestralen en een fruitdrankje 😇

    Gewoon doorgaan zo, ik geniet van deze verhalen en je vrolijke schrijfstijl.

    Geliked door 1 persoon

  2. Wat een stressdag!! En dan al die teken, getsie…goed uitkijken hoor of je er nog 1 vindt…ze zijn zó klein.
    Ik zou even lekker in de stad blijven…daar kan Til vast ook een 10 km route vinden (en evt met de bus weer terug….)

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s